Est 12

1Eens sliep Mordokai in de voorhof van het paleis, terwijl de twee koninklijke kamerlingen, Bigtan en Téresj, de wacht hielden. 2Hij hoorde hen praten, bemerkte hun omzichtigheid, en vernam, dat zij een aanslag voorbereidden op koning Achasjwerosj. Hij bracht hen bij den koning aan, 3en deze nam de twee kamerlingen in verhoor. Toen zij bekend hadden, werden ze terechtgesteld. 4De koning liet dit alles in de kronieken opschrijven, en Mordokai schreef daarover eveneens een eigen bericht. 5Daarna beval de koning Mordokai, in de voorhof dienst te nemen, en gaf hem ter beloning geschenken. 6Maar de Agagiet Haman, de zoon van Hammedata, die bij den koning in hoog aanzien stond, zocht naar een gelegenheid, om Mordokai en zijn volk kwaad te doen, omdat de twee koninklijke kamerlingen waren gedood.
Copyright information for NlCanisius1939